Verduidelijken

Verduidelijken heeft als functie om bepaalde aspecten van een probleem te verhelderen zodat iemand deze aspecten bij de totaalafweging actief en bewust kan gebruiken i.p.v. dat ze onderhuids invloed uitoefenen.

Hoe doe ik dat?

Verduidelijken kent de volgende deeltechnieken:
Concretiseren; U vraagt de ander een specifiek voorbeeld
    te geven van een tot nu toe slechts in algemene termen 
   aangeduid begrip. Bijvoorbeeld: "U zegt 'ik ben er zo ziek
   van', wat betekent dat precies?".
- Hardop denken: U vertelt de ander welke gedachten zijn 
   verhaal bij u oproept. Zo ziet hij wat er in u omgaat en u 
   kunt uw gedachtegang door hem laten toetsen, corrigeren 
   en aanvullen. Het geeft u ook een denkpauze. Soms zit u 
   vast in een gesprek en weet u even niets meer te zeggen
   of te vragen. Door hardop alles op een rij te zetten en uw 
   eigen ideeën te vertellen, maakt u een nieuwe opening in 
   het gesprek. 
Interpreteren: U plaatst het verhaal van de ander in een 
  ander kader of u geeft er een andere betekenis aan door 
  uw gesprekspartner te vragen om zijn verhaal eens in een 
  ander daglicht te zien.
- Nuanceren: U laat de ander zien dat zijn verhaal meer 
  aspecten bevat dan wat er voor hemzelf sterk op de 
  voorgrond staat. Daarmee kunt u doorbreken dat hij zich
  aan een enkel punt blijft vastklampen. 
- Confronteren: Hiermee gaat u nog een stap verder dan bij 
  nuanceren. U wijst op tegenstrijdigheden in gevoelens en
  ideeën. Mits rustig, veronderstellend en vooral voorzichtig
  gepresenteerd, kan dit een heilzaam effect hebben. Uw 
  gespreksparnter merkt dat u goed luistert, zijn 
  tegenstrijdigheden opmerkt, maar hem daarom niet 
  afwijst. 

Ga door met: stimuleren.