3.1.7.1.3 Fouten

De gebruikte argumenten moeten een logisch geheel vormen. Het is dus zaak om ieder geval redeneerfouten te voorkomen. 
 
Hoe doe ik dat?
  1. U gebruik geen cirkelredeneringen, zoals: "U heeft zo'n gele huid omdat u lijdt aan geelzucht"
  2. U bent terughoudend met generalisaties als "Alle politici zijn corrupt"
  3. U gebruikt geen misleidende analogieen, zoals: "Het gebruik van drugs is een voortwoekerend kankergezwel dat radicaal moet worden verwijderd"
  4. U voorkomt dogmatische redeneringen, zoals: "Omdat de mens van nature agressief is, komt er nooit vrede op aarde"
  5. U past op met achteraf verklaren: "Omdat zijn ouders hem als kind hebben verwaarloosd, is hij op het verkeerde pad geraakt"
  6. U slaat geen stappen over in uw redenering (jumping to conclusions), zoals: "Hart- en vaatziekten discrimineren niet. Iedereen kan er het slachtoffer van worden. Elk bedrag waarmee u het werk van de Hartstichting steunt, is dus goed besteed"
  7. U legt uw toehoorders geen oneigenlijke keuzes of dilemma's voor: "Wat wilt u nou: kinderen of een carrière?"
  8. U speelt niet op de persoon: "Hoe kunt ù dat nou weten, bent u arts?".
 Meer weten? Zie Overtuigingskracht