1.1.09 Smalltalk

Het gesprek openen:

  1. Maak oogcontact
  2. Wees niet bang voor cliche-openingen
  3. Verzin van te voren openingen die bij u en de situatie passen
  4. Let op aanknopingspunten
  5. Schud handen en wissel namen uit

Het gesprek op gang houden: 

  1. Wees nieuwsgierig
  2. Stel open vragen
  3. Haak in op de wat de ander zegt
  4. Zorg zelf voor aanknopingspunten
  5. geef de ander gelegenheid te reageren

Het gesprek afronden:

  1. Rond het gesprek duidelijk af met een samenvatting
  2. Neem afscheid

Beantwoord nu de oefenvragen