Feedback geven

Wil de feedback bruikbaar zijn, dan moet het oordeel betrekking hebben op concrete, te veranderen gedragingen. Bij feedback gaat het dus niet alleen om een inhoudelijk juiste, maar vooral ook om een emotioneel aanvaardbare reactie. Het doel van de feedback is immers de persoon bewust te maken van zijn gedrag. Dit kan alleen als de persoon openstaat voor de feedback en zich er niet door aangevallen of afgewezen voelt.
 
Hoe doe ik dat?
Openstaan voor feedback wordt bevorderd door:
- Zeg niet alleen wat er niet goed was aan het gedrag, maar
  zeg vooral ook wat er wèl goed was. Het beste is om met 
  dit positieve oordeel te beginnen. De ander zal dan beter
  naar de kritiek kunnen luisteren;
-Geef een oordeel altijd in de ik‑vorm. Begin met het 
  benoemen van het concrete gedrag (ik zag/hoorde dat ....) 
  en vervolg met het geven van de eigen mening hierover (ik 
  vind daarvan dat ....). Ga bij het geven van deze mening uit 
  van de doelen die zijn gesteld voor de betreffende 
  oefening. Voorzover dat dan nog nodig is, kunt u 
  vervolgens aangeven hoe het gedrag met het oog op deze
  doelen kan worden verbeterd (om te bereiken dat......, kun
  je denk ik beter......);
- Vaak reageert de ander op wat u heeft gezegd met een 
  uitleg over de redenen van zijn gedrag of met een uitleg
  over hoe hij denkt dat zijn gedrag bij anderen overkomt. 
  Om zo'n uitgebreide reactie te voorkomen, kunt u uw 
  commentaar afsluiten met een gerichte vraag of opdracht;
- Respecteer de mening van de ander en probeer deze niet 
  te overtuigen van uw eigen gelijk. Iedereen heeft recht op 
  zijn eigen visie, zeker als het zijn eigen gedrag betreft.
 
Ga door met: verstoringen in feedback.