4.1.2 Wat kan beter?
- Bij multidisciplinaire behandeling valt onderlinge communicatie nog wel eens tussen wal en schip
- Ook vertonen sommige specialismen hokjesgedrag wat de samenwerking bemoeilijkt
- Soms is niet duidelijk hoe e.e.a. procedureel verder loopt, wat tot (onnodige) onrust leidt
- Er wordt te weinig gecheckt (actief nagevraagd) of de patiënt alles kan volgen
- Soms is sprake van achterdocht jegens verhaal van de patient
- Patient wordt soms niet serieus genomen, een enkele keer zelfs uitgelachen.
- Niet iedere hulpverlener is even goed toegerust, soms gebrek aan kennis
- De planning van de spreekuren is te krap
- Voor vragen die na het gesprek ontstaan is geen nazorg, bijv. in de vorm van mailadres of tel.helpdesk
- Privacy in de wachtkamers van de CSO is erg matig
- Patient krijgt soms gevoel een nummer te zijn, een van de velen, i.p.v. individu
- Praten over de patiënt (met collega hulpverleners)
- Er is soms wat weinig oog voor non-verbale communicatie, hoe de patiënt erbij zit Soms wordt te weinig doorgevraagd terwijl anderen weer alles navragen, maar weinig actie ondernemen
- Soms is sprake van verschillende verwachtingen in een consult, soms ontgaat de patient ronduit de relevantie van het gesprek.
Meer weten? Zie Dag Chronisch Zieken