Welkom bezoeker. [
Inloggen
] [ Tekstgrootte
A
A
A
| Weergave:
Presentatie
/
Normaal
]
[
Portaal
] [
Sitemap
] [
Zoeken
]
AHMAS
>
ahmas
>
a. communicatie
>
ahmas
>
b. methode
Content
VETO
A. Communicatie
A. Communicatieleer
B. Methode
Inleiding methode
1. Denkwijze
2. Modelleringswijze
2.2.1 VPRO-model
2.2.2 Interview-model
2.2.3 RULO-model
2.2.4 SDM-model
2.2.5 Dialoog-model
2.2.6 Discussie-model
3. Werkwijze
3.1 Werkvormen
3.1.1 Consultatie
3.1.1.1 Anamnese
3.1.1.2 Voorlichten
3.1.1.2.1 Informeren
3.1.1.2.1.1 Zelfredzaam
3.1.1.2.1.2 Structureren
3.1.1.2.1.3 Overdrachtscrit.
3.1.1.2.1.3.1.1 VPRO-M.
3.1.1.2.1.4 Uitvoeringsverm.
3.1.1.2.2 Steunen
3.1.1.2.2.1 Emotionaliteit
3.1.1.2.2.1.1 Waar
3.1.1.2.2.1.2 Herbeleving
3.1.1.2.2.1.3 Kortzichtig
3.1.1.2.2.2 Meewerken
3.1.1.2.2.2.1.5 Ongepast
3.1.1.2.2.3 Herkenning
3.1.1.2.2.3.1 Eigen emo
3.1.1.2.2.4 Neutraliseren
3.1.1.2.3 Casus
3.1.1.2.3 Slecht-nieuws
3.1.1.2.3.1 Zelfredzaam
3.1.1.2.3.2.1 Kort
3.1.1.2.3.2.1 Voorbereiding
3.1.1.2.3.2.3 Verwerking
3.1.1.2.3.2.4 Houvast
3.1.1.2.3.2.5 Vervolg
3.1.1.2.3.6 Zelfzorg
3.1.1.2.4 Adviseren
3.1.1.2.5 Compliance
3.1.1.2.6 Instrueren
3.1.1.2.7 Counseling
3.1.1.2.7.1.Ratio
3.1.1.2.7.2 Begeleiden
3.1.1.2.7.2.1 Duidelijk
3.1.1.2.7.2.2 Stimuleren
3.1.1.2.7.2.3 Toelichten
3.1.1.2.7.2.4 Persoonlijk
3.1.1.2.7.3 Twee-K.
3.1.1.2.8 Dienstverlening
3.1.1.2.8.1 Empoweren
3.1.1.3 Overleggen
3.1.1.3.1 De ander
3.1.1.3.2 Uw standpunt
3.1.1.3.3 Samenwerken
3.1.1.4 Voorwaarden
3.1.1.4.1 Zelfwerkzaam
3.1.1.4.2 Maatwerk
3.1.1.4.3 Cultuur
3.1.1.4.3.1 The medium
3.1.1.4.3.2 Sociale druk
3.1.1.4.4 Logistiek
3.1.1.4.4.1 Ruimtes
3.1.1.4.4.2 Direct
3.1.1.4.4.3 Indirect
3.1.1.5 Continuiteit
3.1.2 Vergaderen
3.1.2.1 Groepen
3.1.2.1.1 Taakfunctie
3.1.2.1.2 Werkklimaat
3.1.2.1.3 Problemen
3.1.2.1.3.1 Miscomm.
3.1.2.1.3.2 Patronen
3.1.2.1.4 Verenigen
3.1.2.1.5 Richten
3.1.2.1.6 Mobiliseren
3.1.2.1.7 MDO
3.1.2.2 Groepsrollen
3.1.2.2.1 Taakrol
3.1.2.2.2 Procesrol
3.1.2.2.3 Disfunct.rol
3.1.2.2.3.1.1.2 Layout
3.1.2.2.3.1.7.1 Niveau
3.1.2.2.4 Balans
3.1.2.3 Voorzitter
3.1.2.3.1 Voorbereiding
3.1.2.3.1.1 Agenda
3.1.2.3.1.1.1 Doelen
3.1.2.3.2 Structureren
3.1.2.3.3 Begeleiden
3.1.2.3.4 Samenwerking
3.1.2.3.4.1 Stimuleren
3.1.2.3.5 Positie
3.1.2.3.6 Uitstraling
3.1.2.3.7 Ingrijpen
3.1.2.4 Notulist
3.1.2.4.1 Fouten
3.1.2.4.2 Faciliteren
3.1.2.5 Structureren
3.1.2.6 Problemen
3.1.2.6.1 Voorwaarden
3.1.2.6.2 Emoties
3.1.2.6.3 Miscomm.
3.1.2.6.4 Technieken
3.1.2.6.5 Vergadertijger
3.1.2.7 Tips
3.1.3 Feedback
3.1.3.1 Feedback krijgen
3.1.3.2 Feedback geven
3.1.3.3 Verstoringen
3.1.3.3.1 Oorzaken
3.1.3.4 Kritiek
3.1.3.4.1 Fouten
3.1.3.4.1 Leerzaam
3.1.3.4.1.1 Pro-actief
3.1.3.4.1.1.1 Initiatief
3.1.3.4.1.1.2 Reactief
3.1.3.4.1.3 Amoreel
3.1.3.4.2 Kritiek krijgen
3.1.3.4.2.1 Weigeren
3.1.3.4.3 Kritiek geven
3.1.3.4.4 Niveaus
3.1.3.5 Oefenen
3.1.3.6 Feedforward
3.1.4 Conflicthantering
3.1.4.2 Strikte aanpak
3.1.4.2.1 Basisposities
3.1.4.2.1.1 Opgeven
3.1.4.2.1.2 Opleggen
3.1.4.2.1.3 Toegeven
3.1.4.2.2 Onbegrip
3.1.4.2.3 Slecht-nieuws
3.1.4.3 Doseren
3.1.4.4. Ik-vorm
3.1.4.5 Op niveau
3.1.4.6 Diagnostiek
3.1.4.7 Greep houden
3.1.5 Dialoog
3.1.5.1 Wederkerigheid
3.1.5.2 Onbevooroord.
3.1.5.3 Vragen
3.1.6 Discussieren
3.1.7 Presenteren
3.1.7.1 Overtuigingsk.
3.1.7.1.1 Bouwstenen
3.1.7.1.2 Logica
3.1.7.1.3 Fouten
3.1.7.1.4 Sympathie
3.1.7.1.4.1 Duidelijkheid
3.1.7.1.4.2 Belonen
3.1.7.1.4.3 Twee kanten
3.1.7.1.4.4 Humor
3.1.7.1.4.5 Angst
3.1.7.1.4.6 Geloofwaardig
3.1.7.1.4.7 Anderen
3.1.7.1.4.8 Rolmodel
3.1.7.2 Verhaal
3.1.7.2.1 Spreekstijl
3.1.7.2.2 Stemgebruik
3.1.7.2.3 Oogcontact
3.1.7.2.4 Houding
3.1.7.2.5 Uiterlijk
3.1.7.2.6 Voorbereiding
3.1.7.3 Publiek
3.1.7.3.1 Aandachtspunten
3.1.7.3.2 Praktisch
3.1.7.3.3 Doelgroep
3.1.7.4 Voorbeelden
3.1.7.6 Casus
3.1.8 Gezamenlijk besluiten
3.1.8.1 Verhelderen
3.1.8.2 Beoordelingscriteria
3.1.8.3 Brainstormen
3.1.8.4 Beoordelen
3.1.8.5 Begeleiden
3.1.8.6 Anticiperen
3.1.8.7 Evaluatie
3.1.9 Onderhandelen
3.1.9.1 Strategisch
3.1.9.1.1 Ik-vorm
3.1.9.1.2 Redelijk
3.1.9.1.3 Constructief
3.1.9.1.4 Tips en trucs
3.1.9.2 Verleiden
3.1.9.3 Rondes
3.2 Gespreksvaardigheden
3.2.1 Luistervaardigheden
3.2.1.1 Actief luisteren
3.2.1.2 Explorerend luisteren
3.2.1.3 Steunend luisteren
3.2.1.4 Sturend luisteren
3.2.2 Vertelvaardigheden
3.2.2.1 Motiveren
3.2.2.2. Structuur
3.2.2.2.1 Kernen
3.2.2.2.2 Paragraferen
3.2.2.3 Formulering
3.2.2.4 Narratief
3.2.2.4.1 Zes P's
3.2.2.5 Retoriek
3.2.2.6 Doseren
3.2.2.7 Timing
3.2.2.8 Psychologie
3.2.3 Structurerende vaardigheden
3.3 Gesprekstechnieken
3.3.01 Aandacht geven
3.3.02 Aanmoedigen
3.3.03 Agenderen
3.3.04 Concretiseren
3.3.05 Gevoelsreflectie
3.3.06 Hardop denken
3.3.07 Metacommunicatie
3.3.08 Mimiek
3.3.09 Oogcontact
3.3.10 Parafraseren
3.3.11 Ruimte bieden
3.3.12 Samenvatten
3.3.13 Stiltes hanteren
3.3.14 Uiterlijk
3.3.15 Verbaal volgen
3.3.16 Vragen stellen
3.3.16.1 Open vragen
3.3.16.2 Gesloten vragen
3.3.16.3 Doorvragen
3.3.16.4 Kwaliteit
3.3.16.4.1 Journalistiek
4. Beheerwijze
4.1 Structureren
4.1.1 Introductie
4.1.2 Kernen
4.1.3 Paragraaf
4.1.4 Afronding
5. Ondersteuningswijze
5.1 AV-middelen
5.2 Beelden
5.3 Checklist (inhoud)
5.4 Checklist (betoog)
5.5 Checklist (vorm)
x.2.4.1 Overlegstructuur
x.2.7.7 Hulpmiddelen
x.3.1.1.2.1.4 Hulpmiddelen
x.3.1.1.2.1.4.1 Juistheid
x.3.1.1.2.1.4.2 Steun ervaren
x.3.1.1.2.1.4.3 Informatiedrager
C. Communicator
D. Ervaringsdesk.
E. Studiemodules
VETO
Voorbeelden
Een conflict over knieklachten
Essayvragen
Definitieconflict
Waar op letten bij conflicten?